Oktober 2021: Heleen Rijckborst
Vrijwilliger in de palliatieve zorg: het Hospice in Vlissingen
Na haar prepensioen wilde verpleegkundige Heleen Rijckborst (66) toch graag iets blijven doen in haar oude vak. “Ik was verpleegkundige in het ziekenhuis, nu ben ik vrijwilligster in het Hospice.” vertelt Heleen. “Ik wilde een doel hebben en mijn identiteit behouden. Zorgen voor anderen, dat heb ik altijd gedaan. Zeker als je in de laatste fase van iemands leven kunt bijdragen aan een mooie tijd dan wil ik me daarvoor inzetten.”
Intensief werk
Naast de voldoening die het werk Heleen geeft is het ook intensief. “We hebben momenteel 17 vrijwilligers via Manteling maar nu er nieuwbouw wordt gezet bij Ter Reede, zijn daar straks meer mensen nodig. Zo komen er een paar verpleegkundigen bij. Meer vrijwilligers erbij is vaak wat moeilijker.” Een vrijwilliger in dit werk moet zich in kunnen leven en het werk op het werk laten. “Je moet het niet meenemen naar huis, dan hou je het niet vol. Dus als hier nieuwe vrijwilligers komen mogen ze eerst een dag meelopen om te kijken hoe we hier werken.”
Wens van de cliënt
In de ochtend worden er rapporten gelezen, de cliënten verzorgd, de bedden verschoond en deelt de verpleegkundige de medicatie uit. Er zijn momenteel 5 kamers in het hospice. Familieleden kunnen er altijd binnen lopen en als iemand wil blijven slapen dan kan dat ook. “Wij werken vanuit de wens van de cliënt. Zij mogen eten wat ze willen, dat maken we dan ter plekke klaar. Maar er zijn ook kant en klaar maaltijden. Als iemand friet en een snack wil, kan dit worden gemaakt.”
(Na)zorg
Uiteraard krijg je in het werk met familieleden te maken. “Ook dat is bijzonder, het contact met de familie. Er is hier een huiskamer waar zij gebruik van kunnen maken en waar we gesprekken met elkaar voeren. Als er iemand is overleden steken we een kaars aan in de gang. Daarna begeleiden we deze persoon naar de rouwauto. Later kan er een herdenkingsdienst gehouden worden in aanwezigheid van een pastoraal medewerker. Het geeft mij veel voldoening om voor iemands welzijn te zorgen in de laatste fase van het leven.”